Nederlands voor anderstaligen - NT2 1.1

Je leert de basis van het Nederlands: het alfabet, de spelling en de belangrijkste grammaticaregels. Je oefent de vier taalvaardigheden: luisteren, lezen, schrijven en vooral spreken. Je leert hoe je een eenvoudig gesprek voert en een afspraak maakt. 

Wat kan je verwachten?

Je stelt jezelf en anderen voor. Je leert je naam spellen en kan met je persoonlijke gegevens een formulier invullen.

Je vertelt wat je op een dag allemaal doet. Je nodigt iemand uit en vraagt de weg.

Je leert veel woordenschat rond verschillende thema’s: de klok, de cijfers, boodschappen doen, bij de dokter, voeding,… .

Je spreekt veel tijdens deze lessen: dialoogjes per twee of in groep.